Portugal

Portugal is anders dan andere wijnlanden. Het land heeft zich altijd afzijdig gehouden van trends en modes en een geheel eigen stijl van wijn maken gekoesterd. Zo hielden de Portugese wijnbouwers lang vast aan hun traditionele methoden en gebruiken, en bleven daardoor ook authentieke druivenrassen behouden. In dat opzicht is Portugal een ware schatkamer. Het land kent diverse klimaten, verschillende terroirs en vooral een ongelooflijke hoeveelheid inheemse druiven. De wijnen die hiervan gemaakt worden hebben daardoor een volstrekt uniek karakter. We drinken bijvoorbeeld niet iedere dag wijnen van arinto, bical, encruzado, alfrocheiro, trincadeira of baga…

Een nieuwe generatie wijnproducenten houdt de tradities in ere, maar omarmt óók vernieuwing. De Portugese wijnbouw is continu in ontwikkeling en de mogelijkheden blijken onbegrensd. Zo worden rode wijnen steeds minder zwaar en komen uit warme gebieden waar van oudsher alleen stevig rood of zoet werd gemaakt, nu ook tintelfrisse witte wijnen. De combinatie van inheemse druivenrassen met de modernste technieken en internationale kennis levert prachtige wijnen op, die zich internationaal onderscheiden, maar allerminst onderdoen in kwaliteit.

 

Wijnstreek Douro

De Dourovallei is een van de extreemste en tegelijk spectaculairste wijnbouwgebieden ter wereld. Het klimaat kenmerkt zich door verzengend hete zomers  –  temperaturen tussen 40 en 50˚ Celsius zijn niet ongewoon – en ijskoude winters; de omgeving is onherbergzaam met louter steile hellingen en een keiharde bodem. De enige plant die onder dergelijke omstandigheden nog kan gedijen is de wijnstok.

Aanvankelijk kwam hier een wijn vandaan die als enige karaktertrek ruwheid bezat. Maar dat maakte de Engelse handelaren in de zeventiende eeuw – afgesneden van hun traditionele leveranciers in Bordeaux door oorlog met de Fransen – niet zoveel uit. Zij kwamen namelijk op het idee om de straffe wijn uit de Douro, met het oog op het langdurig transport overzee, alcoholisch te versterken en de harde kantjes eraf te halen door opvoeding op hout. Portwijn was geboren. Tot op de dag van vandaag spelen Engelse bedrijven een vooraanstaande rol in de porthandel en port is daarmee niet alleen een oer-Portugese, maar ook een oer-Engelse wijn.

De wijngaarden in de Dourovallei, quintas genoemd, zijn vanwege de steile hellingen aangelegd in terrasvorm. Ze verlenen het landschap zijn spectaculaire aanblik. De bodem bestaat voornamelijk uit leisteen, dat weliswaar hard is, maar ook gemakkelijk breekt. Bovendien splijt dit gesteente onder de grond vaak in verticale lagen. De wijnstokken kunnen daardoor toch diep in de bodem wortelen en ook het vocht kan diep doordringen.

De Douro is onderverdeeld in drie hoofdgebieden. Baixo Corgo is het meest westelijke gebied en hier komen de eenvoudigere ruby en tawny ports vandaan. Cima Corgo ligt verder landinwaarts en is het hart van het portgebied. Dit gebied heeft het meest ideale klimaat en hier groeien dan ook de druiven waar de mooiste Vintage en Late Bottled Vintage ports van gemaakt worden. Douro Superior tegen de Spaanse grens is het grootst, maar wordt het minst voor wijnbouw gebruikt.

Kenmerkend voor de Douro is ook de enorme hoeveelheid druivenrassen die hier lange tijd door elkaar aangeplant stonden. Tientallen inheemse castas zijn officieel toegestaan, maar slechts een deel hiervan levert wijnen van hoge kwaliteit. Geen wonder dat het aantal rassen in de wijngaarden de afgelopen decennia is teruggebracht tot een handvol basisvariëteiten, waaronder touriga nacional, tinta barroca, tinta francesa, tinta amarela, tinta roriz en tinta cão voor rood, en malvasia fina, gouveio, viosinho, codega en rabigato voor wit.

Deze druiven worden gebruikt voor port, maar er is meer dan port in de Douro! De versterkte zoete wijn maakt maar 40% van de totale wijnproductie uit. Veel gewone rode wijnen blinken uit in kwaliteit en worden steeds vaker tot de beste van Portugal gerekend. De witte wijnen zijn doorgaans afkomstig van wijngaarden waar de verkoelende invloed van de Atlantische Oceaan sterker is en hebben daardoor veel frisheid.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Wijnstreek Dão

Ten zuiden van de Douro ligt langs de rivieren de Dão, Alva en Mondego een van de oudste wijngebieden van Portugal: Dão. Hoofdstad van de streek is Viseu met zijn schitterende kathedraal. Het landschap bestaat uit diepe valleien en golvende heuvels en het klimaat voor wijnbouwen is er ideaal. Het gebied wordt namelijk omsloten door bergen die bescherming bieden tegen de koude oceaanlucht en ook tegen kou uit het noorden. De bodem bestaat voornamelijk uit graniet en hier en daar uit leisteen, waarop respectievelijk blauwe en witte druivenrassen zich thuis voelen.

Omdat Dão vooral bekend is om z’n houtgerijpte stevige wijnen zou je bijna vergeten dat hier ook fantastische witte wijnen gemaakt worden. Daarnaast onderkennen meer en meer wijnbouwers in het gebied dat de moderne consument sneller gecharmeerd is van iets lichtere rode wijnen. Een wijnstijl dus die langzaam terrein wint in de Dão. Er is zelfs een speciale classificatie voor in het leven geroepen, waarin het onderscheid tussen jonge wijnen die op RVS rijpen en houtgelagerde bewaarwijnen duidelijk is vastgelegd. Ook voor Dão geldt dat moderne technieken hand in hand gaan met tradities.

Dão is het gebied van authentieke druiven als touriga nacional, tinta roriz, alfrocheiro en jaen (mencía in Spanje). Voor witte wijnen is dé kwaliteitsdruif encruzado, veelal aangevuld met Fernão Pires, bical, cercial en malvasia.

Wijnstreek Lisboa

Lisboa is het overkoepelende wijngebied rondom en vooral ten noorden van de gelijknamige Portugese hoofdstad. Het vormt een brede strook langs de Atlantische Oceaan, die het klimaat sterk beïnvloedt: de zomers zijn relatief koel, de winters niet erg koud. De bodem is zeer gevarieerd en kan bestaan uit zandsteen, klei en kalksteen met graniet in de ondergrond.

Onder het wijngebied valt onder andere de DOP Alenquer, maar daarnaast omvat Lisboa nog acht andere, waaronder Bucelas, Carcavelos en Colares. Het gebied stond tot 2009 bekend onder de naam Estremadura, wat tevens de geografische benaming is van de streek, maar werd omgedoopt tot Lisboa vanwege de verwarring met de dorre Spaanse regio Estremadura. Tot voor kort produceerde het vooral massawijnen die in grote 5 literflessen gebotteld werden en in Portugese restaurants in de hele wereld in een karafje op tafel kwamen. Net als veel andere Portugese wijnregio’s echter, heeft dit gebied een enorme inhaalslag gemaakt en komen uit de DOP’s meer en meer kwaliteitswijnen.

Het gebied Lisboa als geheel is geclassificeerd als ‘Vinho Regional’, vergelijkbaar met het Franse IGP. In de regio is het gebruikelijk om wijnen te produceren van meerdere verschillende inheemse druivenrassen die in Nederland nog niet veel bekendheid genieten. Denk hierbij aan de witte fernão pires, vital, arinto rabo de ovelha (letterlijk “schapenstaart”) en aan de blauwe druiven periquita, camarate en preto-martinho. Soms worden ze aangevuld met internationale druivenrassen.